Gré Korver (96) is opgenomen in het ziekenhuis na een val thuis. Zij vertelt redacteur Mirjam Foekema wat haar overkwam tijdens haar opname.
Ik ben opgenomen in het ziekenhuis met een gebroken pols. De breuk zelf is niet zo spannend en de behandeling met gips ook niet. Maar als 96-jarige zijn alle dagelijkse dingen met zo’n zware gipsarm wel heel moeilijk zelfstandig uit te voeren.
Op de bewuste zaterdag voelde ik mij niet goed. Ik heb de verpleegkundige gevraagd mijn zoon te bellen omdat ik dacht dat ik doodging. Gelukkig nam zij mijn opmerking heel serieus. Direct controleerde zij alles: mijn bloeddruk, het zuurstofgehalte in mijn bloed en de kracht in mijn armen en benen. Alles was prima. Ik mocht zelfs mijn tong naar haar uitsteken, ook die deed het goed. En mijn lach was ook prachtig!
De verpleegkundige vroeg mij hoe het gevoel dat ik doodging aanvoelde en waar het precies zat. Dat was lastig uit te leggen. Soms zat het in mijn buik, soms zat het in mijn hoofd en soms zat het overal. Maar het was naar, angstig en intens. Ik had dit nog nooit eerder zo ervaren. Mijn zoon kwam naar het ziekenhuis, maar het gevoel dat ik mogelijk doodging was daarmee niet weg. De verpleegkundige had de dokter gewaarschuwd. Ook die nam mijn opmerking heel serieus en heeft mijn situatie goed bekeken. Er ging nog een urine- en bloedmonster naar het laboratorium. Gek genoeg verwachtte ik daar niet veel van. In eerste instantie werd een urineweginfectie gevonden. Ik was verbaasd dat je je daar zo naar van kon voelen. Blijkbaar kan dat, maar toch bleef ik het gevoel houden dat er meer was. De arts en de verpleegkundigen bleven met mij meedenken. Na enkele dagen bleek dat ik gelijk had. Op een CT-scan van mijn hoofd was te zien dat ik een herseninfarct had gehad. Die veroorzaakte mogelijk de val en kan alle ontstane klachten verklaren. Mijn linkerzijde is nu verzwakt en lopen zal lastig worden. Zelfstandig functioneren is daarmee ook uitgesloten, denk ik.
Het gevoel dat ik doodga wordt gelukkig minder. Ik zal nu moeten leren omgaan met het idee dat mijn leven zal veranderen. Dat mijn valpartij mogelijk het einde is van mijn zelfstandigheid. Ik zal moeten nadenken over een plekje in het verpleeghuis, voor na mijn revalidatietraject. Natuurlijk krijg ik daar alle hulp en ondersteuning bij, maar het blijft moeilijk.
Betere palliatieve zorg met DEDICATED
Palliatieve zorg voor mensen met dementie is erg complex. Toch is het, vanwege de cognitieve achteruitgang en vermindering van de wilsbekwaamheid van degene met dementie, erg belangrijk om tijdig in gesprek te gaan over wensen en behoeften voor toekomstige zorg. Binnen het project DEDICATED (Desired Dementia Care Towards End of Life) ontwikkelde de Academische Werkplaats Ouderenzorg Limburg (AWO-L) een werkwijze die zorgprofessionals ondersteuning biedt in deze palliatieve zorgverlening. Deze werkwijze bestaat uit praktische materialen over bewustwording, het leren kennen van de cliënt, communicatie over het levenseinde en interprofessionele en transmurale samenwerking. Denk dan bijvoorbeeld aan hulpmiddelen die kunnen worden gebruikt om het gesprek aan te gaan met iemand met dementie en/of mantelzorgers, zoals de zogeheten praatstenen en praatkaarten. Met het vervolgproject DEDICATED 2.0 wordt de werkwijze verder geëvalueerd, ontwikkeld en geïmplementeerd bij ziekenhuizen (Zuyderland, MUMC) en huisartsen. Ook wordt het project verder uitgerold bij partners in de zorg, binnen Nederland en zelfs op de Antillen. Kijk voor meer informatie op www.dedicatedwerkwijze.nl/dedicated.
Bron: Zuyderland