De hoeveelheid kennis over dementie en inzicht in wat het met mensen doet, nam de voorbije decennia gigantisch toe. Zou het echt zo zijn dat al die kennis ons in de weg begint te zitten? Mogelijk is dat de reden waarom Han Diesfeldt in zijn artikel over beeldspraak over dementie uitdrukkelijk ook op zoek ging naar beeldspraak voor het werk van de verzorgende. Hij vond het in Franstalige literatuur. Cécile Huguenin ervaarde hen als ‘anges’ en noemt hen ook ‘artisans de bien-être’. En jawel, ook in dit nummer van Denkbeeld wordt het weer duidelijk: zorgen voor mensen met dementie is een ambacht! Een ambachtsman heeft kennis van zaken, is technisch onderlegd én doet zijn werk met liefde. Hieruit ontstaat welzijn.
Ambacht
Als student ging ik op kamp. Een week lang verbleef ik met een tiental jongeren in een woonzorgcentrum. We spraken met bewoners en organiseerden activiteiten. Zo ontmoette ik Liliane. Ze was wat jonger dan de andere bewoners en had geen nabije familie. Meer dan bij andere bewoners kregen onze gesprekken een zekere diepgang. Ik stak er veel uit op.
Ondanks mijn jonge leeftijd betekende ik blijkbaar ook iets voor haar. Enkele weken na het kamp ontving ik een brief van Liliane. Ik schreef terug. We zijn blijven schrijven en ik zocht haar een paar keer per jaar op. Niemand hield me tegen. Toch stelde ik mezelf vragen. Is dit wel oké? Moet ik niet ook de andere bewoners bezoeken? De vraag naar het juiste evenwicht tussen afstand en nabijheid is wellicht zo oud als de zorgverlening zelf. ‘Ik zal de bewoners missen als mijn stage voorbij is’, hoor ik vaak uit de mond van cursisten. Of: ‘Ik zal zeker af en toe nog eens binnenlopen’. Verrassend, want gaat het bij hulpverlening niet om een relatie die per definitie stopt bij het beëindigen van de professionele rol? Blijkbaar stappen we als hulpverlener ook soms (of onvermijdelijk altijd?) als persoon in de relatie.
Jannet van Klaveren en haar moeder Yvonne, werkzaam in zorg en zorgonderwijs, leerden alvast hoe belangrijk nabijheid en echt contact is in een professionele zorgrelatie. Zij ervaarden hoe hun (groot)moeder zich veilig kon voelen dankzij zorgverleners die haar emotioneel dichtbij lieten komen en zelfs van haar zijn gaan houden. Deze persoonlijke ervaring deed hen anders kijken naar het belang van professionele afstand. Soms is afstand wél nodig. Om zorgvuldig te observeren voor een diagnose bijvoorbeeld. ‘Klein kijken’, noemen Cynthia Hofman en haar collega’s dit bij mensen met een (zeer) ernstig verstandelijke (en meervoudige) beperking. Afstand is ook nodig om de zorg vol te houden, zeker voor de mantelzorger. Althans, dat denken we. Dus adviseren we om zorg tijdig uit handen te geven, maar in gesprek met Job van Amerongen maken Sjef van Bommel en Sybren Kalkman duidelijk dat dit niet zo vanzelfsprekend is.
Toch beweegt er iets fundamenteels in het zorglandschap. In de woonvoorziening Wij zijn Zuiderschans bestaan de teams uit medewerkers mét en medewerkers zonder zorgachtergrond. Iemand zonder die achtergrond is minder gehinderd door kennis en ziet meer de persoon achter de ziekte, vertelt Eric van der Hulst aan Hugo van Waarde. Als dit echt zo is, dan moeten opleidingen uitdrukkelijk nog meer inzetten op relatiebekwaamheid en ‘de persoon zien’.
Patrick Verhaest is adjunct-hoofdredacteur van Denkbeeld en Opleidingscoördinator Begeleider wonen en leven aan CVOHIK te Mol